|
Uitleg huwelijkse voorwaarden soms afwijkend van tekst in akteIedereen die voor 1 januari 2018 trouwde zonder tevoren huwelijkse voorwaarden te hebben gemaakt, trouwde in algehele gemeenschap van goederen. Ook vóór het huwelijk opgebouwd vermogen kwam dan in die algehele gemeenschap terecht. Dat was altijd zo, tenzij dat vermogen was geschonken of uit een erfenis kwam en bij de verkrijging was bepaald dat het geschonken of geërfde vermogen privé vermogen van de betreffende echtgenoot of echtgenote moest blijven Bij huwelijken gesloten vanaf 1 januari 2018 valt alleen het tijdens het huwelijk opgebouwde vermogen in de gemeenschap. In een uitspraak van de Rechtbank Gelderland zijn huwelijkse voorwaarden gewijzigd van een echtpaar dat in 1996 was getrouwd op huwelijkse voorwaarden. In die huwelijkse voorwaarden was geen verrekenbeding opgenomen. In 2021 werden de huwelijkse voorwaarden gewijzigd door het opnemen van een beding waardoor bij echtscheiding zou moeten worden afgerekend alsof partijen waren gehuwd in gemeenschap van goederen “zoals deze bestond vóór 1 januari 2018”. Niet de bedoelingDe rechtbank Gelderland oordeelde dat, in afwijking van de tekst van de huwelijkse voorwaarden, het voorhuwelijkse vermogen niet in de verrekening moest worden betrokken. De man had namelijk bij de rechter verklaard dat het nooit zijn bedoeling was geweest dat de vrouw ook aanspraak zou kunnen maken op het vermogen dat hij al had bij het sluiten van het huwelijk. Deze stelling werd ook niet door de vrouw tegengesproken. De vrouw had tijdens de zitting juist verklaard dat het haar bedoeling was dat zij alleen zou meedelen in hetgeen tijdens het huwelijk was opgebouwd. Partijen hebben beide geen verklaring kunnen geven waarom in de aanvullende huwelijkse voorwaarden is opgenomen dat moest worden afgerekend alsof sprake is van een gemeenschap van goederen zoals die vóór 1 januari 2018 gold. Ook is tijdens de zitting gebleken dat de man en de vrouw niet hebben gerealiseerd wat die laatste toevoeging betekende. Daaruit heeft de Rechtbank de conclusie getrokken dat de notaris daar ook onvoldoende specifieke aandacht aan heeft geschonken. Een mogelijke verklaring voor de toevoeging “zoals deze bestond vóór 1 januari 2018” is dat de notaris meende dat alsnog gedaan zou moeten worden wat partijen (of in elk geval de vrouw) voor ogen stond bij aanvang van hun huwelijk. Er was echter niet gebleken van feiten die erop wezen dat de man destijds met een dergelijk ruim beding zou hebben ingestemd, en om tegemoet te komen aan de wensen van de vrouw was deze toevoeging evenmin nodig. Redelijkheid en billijkheidDe Rechtbank achtte het aannemelijk dat de toevoeging “zoals deze bestond vóór 1 januari 2018” in ieder geval niet de bedoeling was van de man, en mogelijk zelfs niet de bedoeling van beide partijen, weergaf. De vrouw had immers niets in de procedure ingebracht op grond waarvan zij mocht verwachten dat de man instemde met verrekening van voorhuwelijks vermogen. De Rechtbank vond dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ook onaanvaardbaar was om de aanvullende huwelijkse voorwaarden zo uit te leggen dat ook het voorhuwelijkse vermogen van partijen in de verrekening moest worden betrokken. De Rechtbank zei wel dat daarvan slechts in uitzonderlijke omstandigheden sprake kon zijn. De omstandigheden die de Rechtbank in dit geval meewoog waren:
Wil u meer weten over huwelijkse voorwaarden of het wijzigen daarvan? Wij helpen u graag.
|
|